Kort maar lekker af

Omdat we liever lui dan moe zijn, gebruiken we afkortingen de hele dag door. Dit scheelt immers weer praten en typen, waardoor we meer tijd overhouden voor andere dingen. En je weet: t.i.g. (tijd is geld). Oké, die afkorting bestaat niet. Maar geef het even en ook dit soort uitspraken gaan we collectief afkorten. Vooral in bedrijfscommunicatie komen afkortingen veel voor. En niet alleen in schrijftaal, helaas… Alhoewel, het zorgt bij mij wel altijd voor een grijns op mijn gezicht.

Veel voorkomende afkortingen

  • o.a. (onder andere);
  • o.i.d. (of iets dergelijks);
  • z.s.m. (zo spoedig mogelijk);
  • i.v.m. (in verband met);
  • n.a.v. (naar aanleiding van);
  • b.v.d. (bij voorbaat dank);
  • a.u.b. (alstublieft);
  • m.a.w. (met andere woorden);
  • t.z.t. (te zijner tijd).

Dubbelop

Werk jij op kantoor? Dan ontvang je vast dagelijks e-mails vol met dit soort afkortingen. Of kort je er zelf fanatiek op los. Hartstikke leuk hoor, zolang de afkortingen goed gebruikt worden. Want zeg eens eerlijk, hoe vaak kom je dit tegen: n.a.v. van de statistieken of i.v.m. met ons beleid? Afkortingen dus nooit gebruiken als je niet weet wat je doet.

Spreektaal

En dan nog iets: hoe vaak gebruik je afkortingen in spreektaal? Waarschijnlijk vaker dan je nu denkt. En dat klinkt me toch een partijtje lomp. En grappig. Dan hoor je iemand op kantoor opeens zeggen: “Kan dat zet-es-em aa-uu-bee?” of “Dus em-aa-wee doe het lekker zelf.”

Maar het kan ook andersom. Als iemand een afkorting gebruikt, die jij niet helemaal kent. Wat doe je dan? Zo hoorde ik laatst iemand zeggen: “Je bedoelt de Kamer van eh… Huppeldepup, toch?” Heerlijk!